204 Als ik mij niet vergis, was de Nederl. Indie zelf eene voort zetting van de Tjeraka Welaada. indertijd door prof. Krijzer geredigeerd. DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW. Dit veranderde omstreeks 1861. Toen kwam er een begin van omkeering in het aanzien en het gehalte der staatkundige pers, allereerst in Den Haag. Want N. Rolt. Ct., Handelsblad, Amsterd. Ct., Arnh. Ct., en enkele andere, hadden, door veelzijdigheid van inhoud en van informatiebronnen, door bekwame politieke leiding, door activiteit, wat de groote bladen betreft, vooral ten opzichte van buitenlandsch en handelsnieuws, zich reeds een wel verdiende reputatie verworven. Maar i October 1861 verscheen het Nieuw Dagblad, dat zooveel sensatie zou maken in den lande. Het orgaan was voortgekomen uit eene combinatie van den toenmaligen s-Gravenhaagsche Nieuwsbode en de Nederlandsch-Indië, een speciaal aan Indische belangen gewijd orgaan, dat onder leiding stond van den man die het eerstgemeld weekblad in de laatste jaren van zijn bestaan redigeerde. J) Reeds vóór de ver schijning van het Nieuw Dagblad had het Dagblad van Zuidh. en s-Gravenhage, zooals inmiddels het D. v. ’s-Grav. zich had genoemd, maatregelen genomen om zich tegen de dreigende concurrentie te vrijwaren. Het werd opge schrikt uit zijn politieken neutraliteits-slaap, maakte zich onafhankelijker van het plaatselijk bestuur, sloot een overeenkomst die in de latere jaren, toen de publiciteit van de pers zich uitbreidde, zeer onereus bleek te zijn, maar die in 1864 was overgenomen door de nieuwe conbinatie van welke wij straks spreken. Het is diezelfde overeenkomst welker ontbinding het tegen woordig ZktgiWflï/-bestuur in rechte heeft gevraagd en waarover het proces nog altijd hangende was terwijl

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 217