’s-GRAVENHAGE GEDURENDE DE 19DE EEUW.
scheppen van handels- en bankondernemingen, door het
bevorderen van de nijverheid en van reederijenhet
Noord-Hollandsch kanaal werd Qndernomen en in 1825
een begin gemaakt met het graven van het kanaal naar
Scheveningen. In datzelfde jaar werd de Algemeene
begraafplaats aangelegd, en vermelding verdient het dat
bij de ingebruikneming werd bepaald, dat de Roomsch-
katholieke begrafenissen van de zijde van den Scheve-
ningschen weg, die der Protestanten van de Kanaalzijde
zouden naderen. Dat de verdraagzaamheid toenmaals
overigens niet te wenschen overliet blijkt uit de R. K.
kerk aan de Assendelftstraat, die in 1821 met krachtigen
geldelijken steun van Willem I geheel nieuw werd op
gebouwd, en als historische anekdote kunnen wij mede-
deelen dat de zoo algemeen geachte pastoor Thomas
een protestantschen vriend had die hem beloofde een
altaarstuk te schilderen voor deze St. Willebrorduskerk;
dit werd lachend met tamelijk ongeloovigen blik beant
woord, doch hoe verrast keek de eerwaardige geestelijke
op toen de schilderij werkelijk werd toegezonden, voor
stellende „de ongeloovige Thomas”. Tot voor zeer
korte jaren, voor den jongsten verbouw, zag men het
stuk dan ook op de rechte plaats prijken.
In 1830 brak de revolutie los, alles snelde naar de
grenzen om België tot reden te brengenx), maar ver
geefs, de grieven werden te groot uitgemeten en voor
Nederland volgde een tijdperk van spanning daar de
Koning zich niet kon nederleggen bij het denkbeeld, dat
zijn zorgen voor het algemeen welzijn door de Belgen
met zoo snoode ondankbaarheid werden beloond; zijne
abdicatie in 1840 ten behoeve van zijn zoon Willem II
volgde hieruit voort.
1) De Haagsche schutterij bestond in 1831 behalve den staf
uit 28 officieren en 1044 bajonnetten.