DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE 19E EEUW.
209
van
dadige hulp van
in het midden van de tegenwoordige gereserveerde
tribune, waar vier verslaggevers vooraan zaten en twee
met lessenaars achter stonden, eene tribune waarachter
de schoorsteen liep, zoodat men gebraden en geroosterd
werd. Daar moest men den geheelen dag doorbrengen
zonder dat men vrije lucht kon genieten, want om de
zaal te verlaten moest men door de gereserveerde tribune
heen, die zeer beknopt en, vooral in gewichtige tijden
en bij belangrijke beraadslagingen, druk bezet was. In
’t algemeen wordt uit die dagen gezegd, dat de verslag
gevers zeer veel hebben gewerkt, dat zij buitengewone
krachtsinspanning aan den dag hebben gelegd, dat niette
min hun ijver niet werd erkend, dat zij nooit kracht-
leden of ministers hebben ondervonden,
dat hun steeds eene goede plaats werd onthouden en,
ten slotte, dat zij, voor het vele inspannend werk dat
van hen werd gevorderd, slecht werden bezoldigd.
Reeds vóór de afscheiding van België en dus
Brussel uit werden Hollandsche couranten bediend met
verslagen of berichten van de Kamerzittingen, voornamelijk
onder leiding van den heer Iz. Belinfante en zijne familie
leden. Later werden de krachten vereenigd door samen
werking met den heer M. Vas Dias (den vader van'een
der tegenwoordige directeuren van het Correspondentie-
bureau) en van wien de heer Belinfante getuigt, „dat hij
zich op zoo uitmuntende wijze van zijne taak kweet, dat
dit de goedkeuring van ministers en leden wegdroeg”.
Vooral na 1849, toen de stenografische dienst werd
georganiseerd, werd met vereende krachten druk, zeer
druk zelfs, gearbeid. Nu werd het regel dat iedere ver
slaggever een deel van het zittingverslag te huis uitwerkte
en de verslagen werden zóó uitvoerig, dat de dagbladen,
zelfs de grootste, aanspoorden ze in te krimpen. Op die
wijze werden de verslaggevers in een hoogst moeilijken
14