DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW.
214
zij geweest zijn, en voor ’t grootste deel tegoed geworden
Zij zijn, over ’t geheel genomen, niet meer wat zij zijn
geweest en wat zij moesten zijn. Zij zijn gaandeweg te
didactisch geworden. Misschien maken de vlug en sierlijk
klapwiekende vols d’oiseau in Het Vaderland (van de
bekwame hand die aan dat blad den in Juni 1901 door
pennevrucht lezen en beoordeelen zou. Stormerderhand moest
de indruk opgevangen, en eens verwerkt, met vliegende veder
aan het papier toevertrouwd worden. Voor het rustige indeelen
der stofte, voor het bedachtzame zoeken naar woorden, geen
tijd. Het scheppings- en het voedingsproces moesten éen zijn.
Vlak op den voet moest de gestalte, de conceptie de daad,
de overweging volgen. In het woelende brein moest het onder
geschikte van het zakelijke worden afgezonderd. Met één worp
moest het wit getroffen, het beeld aanschouwelijk weergegeven
worden. Toch was Belinfante steeds gereed: verbaast men
zich, dat ten lange leste die ziedende werkzaamheid het broze
lichaam te machtig werd, que l’épée a usé le fourneau?
Ik haal deze woorden uit Mr. J. A. Levy’s „Mr. George
Belinfante” (Themis, Regtskundig tijdschrift X LlXe deel, 1888)
met voorliefde aan: omdat zij uit de geniale pen van Mr. Levy
gevloeid zijn; omdat zij van een door mij hoog-vereerd
man als mr. G. Belinfante, den arbeid in zijne volle waarde
naar volkomen waarheid doen schitteren omdat zij een zoo
uitnemend karakterbeeld geven van het politiek Kameroverzicht
zooals het geboren wordtomdat zij indirect, uit gezag
hebbende en onpartijdige bron, licht werpen op de taak van
den man die het idéé van het Kameroverzicht het eerst heeft
verwezenlijkt, den heer Iz. J. Lion. Eene taak, nog zooveel
moeilijker, waar hem zelfs geen tijd gelaten was om tusschen
het scheidensuur van de Kamer en het zuchten van „de pers
op stoom” zijne gedachten te verzamelen die hij ten aanhoore
van een scherp luisterend publiek, aan ’t papier moest toe
vertrouwen. Mij was de veelzins benijdenswaardige reuzentaak
op de schouderen gelegd om van 1870 1888 het werk van
zulk een voorganger voorttezetten. En elders heb ik reeds
gezegd, dat het „Kameroverzicht” een machtig middel is
geworden voor de politieke opvoeding des volks.