2IÓ DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW. ongewenschte toestand, voor het Dagblad-zeXï wegens het gemis van den prikkel der concurrentie. De liberale partij, die in de latere jaren meester Was geweest van het terrein, kon dit op den duur niet zoo laten. Al spoedig verscheen dan ook in 1864 een „Haagsche Courant”, een dagelijks verschijnend blad onder bekwame leiding, doch dat desniettemin na betrekkelijk korten tijd bezweek aan een vitium originis, waarover ik niet heb te oordeelen, en aan de gevolgen der politieke onverschilligheid van hare eigen partij. Nog op een andere wijze trachtte men in de leemte te voorzien door de uitgave, die evenwel ook spoedig moest worden gestaakt, van een weekblad dat, naar ik mij meen te herinneren, „de Standaard” heette en een soort van filiaal was van een elders ver schijnend „Zondagsblad”. Maar op ’t einde van 1866, in het heetst van den toenmaligen staatkundigen strijd, ontkiemde het plan der uitgave van getiteld: „Dagblad van Nederland” tevens het prospectus van „een groot dagblad, en dat plan bevatte een daaraan verbonden geld- leening groot minstens ƒ500.000. De verschijning van dat prospectus heeft het voordeel gehad de Nederlandsche literatuur met eenige amusante en belangwekkende bijdragen te verrijken. Het was onderteekend door de bloem, toenmaals, van onze vaderlandsche literatoren en publicisten, wier namen en qualiteiten eens te meer bewezen hoe men knap en ontwikkeld en geleerd kan zijn en toch bij uitstek onpractisch en illusionist vooral. Om maar één voorbeeld te noemen. Aan den inhoud van het Nederlandsche Dagblad in spe werden de hoogst mogelijke, de veelzijdigste eischen gesteld. Het „Dagblad van Nederland” zou bevatten, behalve overzichten en berichten van buiten- en binnenlandsch nieuws, mededeelingen van het wetenswaardige, dat op het gebied van staatkunde, handel, zeevaart, nijverheid,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 229