22Ó
DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW.
Thans onder directie van de heeren S. Vas Dias, N. Vas
Dias en mr. Joh. J. Belinfante, deze laatste: kleinzoon van
een der stichters.
Dat is, gelukkig, niet specifiek-Haagschmaar alvorens
deze studie te sluiten, vraag ik nog even gehoor voor
hetgeen bij uitnemendheid een bestanddeel uitmaakt van
de Haagsche Pers. Ik bedoel het Nederlandsch Corres
pondentie-bureau voor dagbladen: de lichtbron der Neder-
landsche pers; het centraal station; de trait-d’union
tusschen de residentie, den zetel van 's Lands Regeering,
de derde gemeente des Rijks, met „de provincie”. Ook
van aard en werkkring van het „Correspondentie-bureau”
hebben niet velen nog een juist denkbeeld. Begrips
verwarring bemerkt men niet zelden. Het „Nederlandsch
Correspondentie-bureau”, overgegaan van vader op zoon, x)
staat in betrekking tot verreweg de meeste der in Nederland
gressen? Worden de belangen der drukpers als gemeen
schappelijke belangen behartigd, vertegenwoordigd en
verdedigd?Wat achting, wat eerbied kan de
drukpers afvergen en winnen bij regeering en volk, waar
zij zelve verdeeld is, zichzelve afbreekt en ondermijnt
waar zij slechts individuen representeert, niet eene solidaire,
niet eene geconcentreerde macht?”
De oprichting van den Nederl. Journalistenkring, de
breede ontwikkeling dien deze gaandeweg verkreeg, de
„gemeenschappelijke handelingen” die er uit zijn voort
gevloeid een kwarteeuw na de verzuchting waarvan
wij hierboven kennis namen, gaven zij er een welsprekend
en verblijdend antwoord op, maar rechtvaardigden zij tevens
het scherpe inzicht, waarop de klacht van toenmaals berustte.
En het feit dat een dr. Kuyper eere-voorzitter van dien
Kring is, mag welsprekend worden genoemd.