23° Den Haag, 1901. B. Blok. DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW. denken en gevoelen het hoogtepunt nog niet is bereikt. De positieve is, dat gelukkig de lokmiddelen voor kunst- matigen invloed geen vat hebben op de Nederlandsche pers, noch uit de politieke, noch uit de financieele wereld. Over de moreele waarde der onderscheidingen in de latere jaren aan journalisten toegekend, bestaat geen tweeërlei meening. Het zedelijk peil der Nederlandsche Journalistiek staat hoog. Wij mogen als gildebroeders elkander flink in de oogen zien. En dat is niet enkel een persoonlijk belang van waardigheid en eigenwaarde; dat is ook een nationaal belang. „La Presse schreef Cormenin (Timon) in zijn tijd parle chaque jour; et elle est pareille a la goutte d'eau qui, tombant, tombant encore, tombant sans cesse, creuse et troue a la fin le porphyre le plus dur”. De Pers vormt de openbare meening, op haar rust eene zware verantwoordelijkheid. Het is haar dure plicht zich die waardig te maken en waardig te blijven. Moreel sta zij hoog, materieel blijve zij steeds onafhankelijk van invloeden die den ongerepten naam kunnen schaden, welken zij zich verworven heeft Excelsior

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 243