i6 I9DE EEUW. ’s-GRAVENHAGE GEDURENDE DE gemeente, die het cadeau dankbaar aanvaarde en in 1856 den verbouw, welke zich tot het inwendige bepaalde, voltooide. Minder dankbaar, bijna ergerlijk is het dat de nieuwe bezitters jaar en dag verzuimen het torenuurwerk in gang te brengen. Half twaalf wijst de klok daar reeds sedert jarenwanneer zal zij eindelijk eens twaalf uur slaan. Jammer dat het stadsbestuur in den tijd te zuinig was om voor zeer matigen prijs de Sophialaan te ver lengen in de richting van de thans zoo bevolkte Zee heldenbuurt, waardoor een prachtig geheel zou zijn ontstaan; nu vindt men ook hier een hoek waar die niet noodig was, gelijk onze stad er helaas te veel oplevert, bijv, aan de Hooigracht, de Nieuwe Schoolstraat en „last not least” aan de verbinding van Nassaustraat en -plein. Wij naderen nu den „nieuweren” tijd, dien van het spoorwezen en het gas; in 1843 werd het station van den Hollandschen spoorweg geopend, gebouwd op Rijs- wijksch gebied bleek eene overeenkomst wenschelijk en werd die grond aan de stad afgestaan tegen eene jaar- lijksche vergoeding; zoo werd ook slechts één jaar later de eerste gasfabriek alhier opgericht. De brand die het geheele ministerie van marine in 1844 vernielde was nog bij velen in herinnering toen een gelijksoortige, gelukkig minder ernstige ramp dat gebouw in 1897 tr°f- In 1848 werd het standbeeld van „den Vader des vaderlands” op het Plein onthuld en in 1854 dat van Koning Willem II op het Buitenhof; daarop volgde het monument voor den veldheer Bernhard van Saksen-Weimar in het Voorhout in 1866, terwijl het schoone monument gewijd aan de herdenking onzer vijftigjarige onafhankelijkheid met veel luister in 1869 werd onthuld dat aan het plein in het Willemspark den naam bezorgde van Plein i8ij. Eerst in 1870 werd het station van den Rijnspoorweg,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 24