HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG,
GEDURENDE DE XIXde EEUW.
Handel en nijverheid van den HaagHierover eene be
schouwing te leveren zal velen voorkomen al even moeielijk
of, indien men wil, even gemakkelijk te zijn als eene
beschrijving te geven van Zwitserland als koloniale
mogendheid; doorgaans toch is men van meening dat
er in eene stad als den Haag alleen plaats is voor een
hof en hofhouding, voor ambtenaren en militairen, terwijl
er van handel of nijverheid geen sprake kan zijn. Dit
is echter eene stelling, die, zonder ooit bewezen te zijn,
zoo dikwijls is nagesproken dat men er toe gekomen is
haar als een axioma te beschouwen, ’t Is moeielijk na te
gaan, wanneer zij voor ’t eerst werd verkondigd, maar
zeker dagteekent zij uit den tijd, toen men de bevolking
van den Haag nog kon verdeelen in twee klassen waarvan
de eene zich tot levensdoel stelde te genieten van hetgeen
de andere haar verschafte. Wij hopen echter in de volgende
bladzijden aan te toonen dat er naast deze twee klassen
in den loop der XlXe eeuw eene derde is ontstaan, die
er naar streeft ook het commercieele leven in den Haag
tot ontwikkeling te brengen.
Wat toch hebben wij onder commercieel leven te
verstaan Bedoelt men daarmede alleen die rustelooze
bedrijvigheid, veroorzaakt door het aan- en afrijden van
sleeperswagens, beladen met zware balen, kisten en