HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ.
243
pakken Kan men zich dat alleen voorstellen in den
vorm van hooge, ruime pakhuizen of van groote fabrieken
met vervaarlijke machines Of openbaart zich dat commer-
cieele leven tegenwoordig ook en vooral in een streven
van groote en kleine kapitalisten om hunne beschikbare
kapitalen in groote industriëele en andere ondernemingen
te steken en op die wijze handel en nijverheid tot bloei
te brengen? En voorzeker, indien men deze laatste vraag
bevestigend beantwoordt, dan zal men moeten erkennen
dat den Haag zich ook op dit gebied eene waardige plaats
naast hare zustersteden heeft verworven. Groot is inder
daad de verandering die de XlXe eeuw heeft zien tot stand
komen in het karakter dat deze stad lang heeft gedragen
en dat meer herinnerde aan de deftige rust eener voorname
provinciestad dan aan de bedrijvigheid van eene stad van
kooplieden en industriëelen. Toch gaat die vergelijking
met eene rustige provinciestad niet in alle deele op, daar
reeds vroeg de aanwezigheid der ambtenaars- en officiers-
wereld, van een groot garnizoen en vooral van den
stadhouder met zijne hofhouding als vanzelf steeds eene
zekere bedrijvigheid verwekte, die nog werd vermeerderd
door de tegenwoordigheid van tal van aanzienlijke vreem
delingen, want evenals thans, was reeds in de i8e eeuw
den Haag voor velen eene geliefkoosde verblijfplaats en
trof men hier o.a. verscheidene kleine Duitsche vorsten
aan, die hier hunne inkomsten verteerden.
Sedert echter de storm der Fransche revolutie zich
ook in onze gewesten had doen gevoelen, sedert Willem V
zich met zijn gezin naar Engeland had ingescheept en
een groot deel zijner hofhouding en vele aanzienlijke
leden zij. er partij zijn voorbeeld hadden gevolgd en het
land hadden verlaten, sedert onze legers de eer genoten
in den vreemde lauweren voor de Fransche broeders te
helpen behalen, waren bedrijvigheid en leven in den