HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ. 251 en dit uithangbord prijkt nog heden ten dage in de Spui straat, waarheen de zaak in den loop der XlXe eeuw door den heer Bastet werd overgebracht. Behalve deze verschillende winkels boden ook de markten en vooral de kermis den ingezetenen ruimschoots gelegenheid zich van hetgeen ze noodig hadden te voorzien. Evenals thans, bestond bij het begin der XlXe eeuw de wekelijksche markt op Maandag en Vrijdag, waar echter reeds toen geen andere handel gedreven werd dan ter voorziening in de dagelijksche behoeften der inwoners. Op dezelfde dagen werd op de Varkenmarkt vleeschmarkt gehouden, die vrij druk bezocht werd. Het betere vleesch was echter alleen aan de Vleeschhal te krijgen die sedert 1615 in de Groote Halstraat stond, tegenover het gebouw waarin thans het kantoor der directe belastingen is gevestigd Daar in deze hal slechts plaats was voor 39 verkoopers en de verkoop aan huis verboden was, zoo was het aantal vleeschhouwers tot dit getal beperkt. In onze dagen is het tot ruim 200 geklommen. Verder werd er dagelijks groentemarkt en vischmarkt gehouden, en wekelijks koren- en botermarkt, terwijl de opbrengst van de korenmaat nog in het begin der XlXe eeuw ‘ten voordeele van het St. Nicolaasgasthuis kwam, met welk voorrecht dit gasthuis reeds in de XÏVe eeuw door Albrecht van Beieren was begiftigd. De brandhout- en turfverkoopers moesten met hun schuiten aan de Hout en Turfmarkt liggen, van waar de inhoud, na door z.g. turftonsters te zijn gemeten, door de turfdragers naar zijne bestemming werd gebracht. De varkenmarkt had plaats op den laatsten Maandag in October, de Maandagen in November en den eersten Maandag in December; terwijl tweemaal in ’t jaar in Augustus en October kaasmarkt werd gehouden. De kermis was oudtijds de voornaamste in ’t land geweest;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 264