HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ. 259 XlXe eeuw nam dat van bier af, zoodat de bierbrouwerijen niet alleen in den Haag, maar over het geheele land, achteruitgingen, waartoe ook de invoer van buitenlandsch bier veel bijdroeg. Eerst na het midden der eeuw kwam deze oud-vaderlandsche volksdrank weer in eere, maar ongelukkig nam het gebruik van jenever hierdoor niet af! Naast deze bierbrouwerij en de reeds vroeger genoemde papierfabriek van Krantz, de Charro en Co., en de hoeden- fabriek van W. Pauwels (vooral van militaire hoeden en andere hoofddeksels,) worden ons omstreeks 1815 verder nog genoemd: een jeneverstokerij van Volgraff, een knoopenfabriek (tevens fabriek van militaire orna menten) van Lux, firma van Maanen, een sayetfabriek van de Vries Robbé, de fabriek van gouden en zilveren galons en militaire ornamenten van Steinmetz en van Heynsbergen, welke fabriek onder den laatsten naam tot op den huidigen dag bekend is, en de Armeninrichting op Bleijenburg in het oude gebouw der Oost-Indische compagnie, ter plaatse waar nu de Hoogere Burgerschool is gevestigd. Hier werden door behoeftige lieden linnen en wollen artikelen vervaardigd, voor een deel ten ge- bruike van militairen; in 1850 werkten er 200, terwijl er 450 thuis werkten. In 1864 werd deze inrichting opgeheven. Gelijk men ziet, voorzag een groot deel van boven genoemde fabrieken in de behoeften der militairen, ’t Schijnt dat de algemeene toestand nog verre van gunstig was, daar nog in 1820 geklaagd wordt over de nadeelen van afschaffing der gilden en het invoeren van het patent. Een der fabrikanten van goud- en zilverdraad en militaire ornamenten beklaagt zich dat, terwijl hij vroeger soms meer dan 600 werklieden in zijn dienst had, (welk getal ons voor dien tijd echter wel wat fabelachtig voorkomt), dit aantal nu tot eenige weinige was teruggebracht, terwijl

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 272