2Ó2
HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ.
de maatschappij belangrijke veranderingen zou ondergaan,
veranderingen die wel den verbruikers ten goede zouden
komen, maar die dikwijls bekwame handwerkslieden tot
levende machines zouden verlagen, zoodat de arbeiders
zoowel wat betreft bekwaamheid en beschaving als ook
ten opzichte van hun loonen er door achteruitgingen.
Ook een andere uitvinding begon haar invloed op de
maatschappij te doen gevoelen. Reeds in 1837 poogden
verschillende ondernemers toestemming te verkrijgen om
hier ter stede een gasfabriek op te richten. In 1838
verkreeg J. Schouten het gevraagd verlof en opende
aan het eind der Prinsegracht een fabriek van vervoerbaar,
niet samengeperst gas. Met deze nieuwigheid die per
uur 3 cent voor een vol licht kostte werden o.a. de
Nieuwe Sociëteit op het Plein en het Zuid-Hollandsch
Koffiehuis verlicht. Ook de heer Enthoven begon in 1844
op eigen terrein, te zamen met F. Droinet vervoerbaar gas
te fabriceeren en sedert 1849 werkten beiden voor eigen
rekening. De fabriek van Droinet hield zich tot 1854
staande. Spoedig trachtten anderen pijpgasfabrieken op
te richten en den 6en December 1844 trad eindelijk
een fabriek van z.g. loopend gas aan de Lijnbaan in
werking, onder directie van den heer N. D. Goldsmid,
behoorende aan de Engelsche compagnie van gasverlichting,
Goldsmid en Co. te Parijs. De prijs bedroeg 24 cents
per M3. en onder het monopolie der ondernemers van
deze fabriek hebben de Hagenaars 30 jaren lang gezucht,
totdat de concessie ten einde liep en de exploitatie tot
groote vreugde der verbruikers met ingang van 1 Januari
1875 aan de gemeente overging, waardoor de prijzen
langzamerhand daalden tot den tegenwoordigen prijs van
6 cents per M’. De fabriek werd toen tevens verplaatst
naar den Loosduinschen weg.
Van nog grooter belang dan de vooruitgang op het