263 HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ. verlichting, was die welke in de middelen plaats had, en die ook reeds tegen het eeuw tot stand kwam. Welke geweldige de spoorwegen in de toenmalige maat- vooral op ’t gebied van handel en nijverheid van een ruim gebruik gebied van van vervoer midden der veranderingen schappij en teweegbrachten, kunnen wij, die gewoon zijn de stad niet anders dan per spoor of per fiets te verlaten, ons moeielijk voorstellen. Was men tot nog toe al heel tevreden als men niet langer dan 5^2 uur noodig had om met de diligence de reis naar Amsterdam te maken, sedert in 1843 de spoorweg van Amsterdam tot den Haag was doorgetrokken kon men in 2 uur de hoofdstad be reiken In 1848 was ook Rotterdam met den Haag ver bonden en hoewel de spoorwegen aanvankelijk met vooroordeelen en wantrouwen van de zijde van het publiek te kampen hadden, waartoe het dikwijls voorkomen van ongelukken en allerlei oponthoud ook wel aanleiding schijnt te hebben gegeven, zoo nam het gebruik, dat ervan werd gemaakt steeds toe en hielden de klachten van lieverlede op. Toch hebben, zoowel de diligences als de verschillende volks- en vrachtschuiten zich nog vrij lang staande gehouden en schijnen nog geruimen tijd goede diensten aan het verkeer te hebben bewezen, vooral ook daar er betrekkelijk nog maar weinig treinen per dag liepen. De volksschuiten op Delft en Leiden bleven nog, hoewel in den laatsten tijd kwijnende, tot doen sedert dien tijd dienst als pak- gelijk wij later zullen zien, wordt van vervoer nog altijd 1885 bestaan en schuiten, want, deze middelen gemaakt. Wanneer we nu, aan het eind van de eerste helft der eeuw gekomen, een blik werpen op de verloopen 50 jaren, dan merken we op dat de nijverheid zich reeds lang zamerhand begint te ontwikkelen. Naast de genoemde

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 276