2.6^
HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ.
tuigen de vele adressen, verzoekschriften en adviezen,
die zij sedert hare oprichting tot verschillende autoriteiten
heeft gericht. Zoo begon dit college al dadelijk aan te
dringen op afschaffing der zware plaatselijke belastingen,
die handel en verkeer destijds nog altijd zeer bemoeilijkten.
Het mocht de voldoening smaken dat deze belastingen
met ingang van i Mei 1866 door den Raad der gemeente
werden afgeschaft. Langer duurde de strijd tegen de
bestaande Scheveningsche tollen, waardoor vooral de
Scheveningsche vischverkoopers benadeeld werden, daar
het vervoer van visch er niet van was vrijgesteld, en die
te ongerijmder waren, daar den Haag en Scheveningen
toch ééne gemeente uitmaakten. Eindelijk moest echter
ook deze belemmering voor den aandrang zwichten en
in 1889 werden de tollen in de gemeente opgeheven.
Eene andere beperking der vrijheid, die nog herinnerde
aan de bepalingen der gilden en die nog bij het begin
van de tweede helft der eeuw in wezen was, was de
z.g. broodzetting. Hierdoor werd de maximum prijs van
het brood telkens in verband met de heerschende graan
prijzen van overheidswege vastgesteld, om te voorkomen
dat de bakkers de broodprijzen te hoog zouden stellen.
Vroeger had ook eene zetting van het meel bestaan.
Om in tijden van bijzondere duurte van brood tegemoet
te komen aan de behoeften der mingegoeden, was
in 1828 de spaarkas opgericht, die door bijbetaling
aan de bakkers in tijden van duurte den prijs van het
brood lager hield dan hij feitelijk moest zijn. Deze
spaarkas had zeer nuttig gewerkt en velen voor brood
gebrek bewaard. Toen nu in 1856 de graanprijzen daalden,
besloot men met ingang van 1 Januari 1857 de brood
zetting af te schaffen, voorloopig nog als proef, maar
het bleek niet noodig haar weder in te voeren. Het nog
beschikbaar kapitaal der spaarkas, groot 307.700.