208 HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ. N. W. Schuld, werd overgeschreven op naam der gemeente. Trachten wij nu na te gaan hoe de industrie zich hier in de laatste 50 jaren heeft ontwikkeld, dan merken wij op dat die ontwikkkeling zoowel het aantal als de grootte en hoedanigheid der fabrieken betreft. Het aantal fabrieken, dat door stoom gedreven werd, bedroeg om streeks .1850 nog pas 6 en wel, behalve de 2 boven genoemde gasfabrieken, de metaalfabriek van Enthoven en de chemicaliën-fabriek van Mouton, nog een oliemolen en een stoomkorenmolen, welke laatste twee echter in 1851 stilstonden, daar zij niet rendeerden. Op het einde der eeuw is dit aantal tot ruim 75 gestegen, behalve nog tal van fabrieken die gas- of andere motoren gebruiken. In de eerste plaats valt onze aandacht op de metaal industrie, die zich in de laatste eeuwhelft meer en meer hier ter stede vestigde. De fabrikanten, die op kleine schaal waren begonnen, zagen hunne zaken belangrijk uitbreiden, hoewel ze voortdurend klaagden over weinig aanmoediging van de zijde der regeering, vooral bij aanbestedingen daar de buitenlanders hunne producten goedkoop in Nederland kunnen invoeren en door het grootere debiet scherp kunnen concurreeren, terwijl de grenzen van het buitenland steeds naijverig gesloten blijven voor de voortbrengselen der Nederlandsche industrie. Zij drongen daarom herhaaldelijk aan op een reciprociteits- stelsel, daar volgens hen anders de metaalindustrie hier te lande met den ondergang wordt bedreigd. Konden de Nederlandsche metaalfabrikanten hun fabrikaat in het buitenland invoeren tegen gelijke rechten als de buiten landers zulks hier doen, dan zou, naar hun zeggen, de industrie tot een nieuw leven worden gewekt. Gelijk wij zagen, was de voornaamste fabriek op dit gebied reeds in 1850 die van Enthoven' en werkte zij destijds met 200 man. In de eerste jaren van de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 281