HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ. 273 meer dan 50 jaren aan dien strijd deelneemt, er in slaagden hun fabrikaat ingang te doen vinden en hun landgenooten ervan te overtuigen dat het vaderlandsche fabrikaat volstrekt niet bij het vreemde behoeft achter te staan. Denzelfden strijd met dezelfde uitkomst aanschouwde men op het gebied der kleedermakerij en al wat daarbij behoort, die, reeds bij het begin der eeuw hier goed vertegenwoordigd, ook thans aan velen werk verschaft. Wel wordt nog vaak geklaagd over den invoer van buiten- landsche confectiegoederen, maar ook in dezen strijd behoudt de binnenlandsche industrie meer en meer de overhand. Het schijnt echter dat vooral voor de fabrikanten van militaire equipementen, borduurwerkers enz. de con currentie van het buitenland, waarover we hen reeds omstreeks 1820 hoorden klagen, nog steeds bezwaarlijk is, daar hierover bijna voortdurend en algemeen door hen wordt geklaagd. Toch wordt erkend dat er in de laatste 10 a 20 jaren meer en meer een streven bij de regeering valt op te merken om bestellingen door binnen landsche fabrieken te doen uitvoeren, wat dan ook per slot van rekening dikwijls voordeeliger uitkomt, daar, al is de aannemingssom hooger, andere uitgaven, die de staat bij aanbesteding in het buitenland moet dragen, voor controle enz., gedeeltelijk worden bespaard. Het toenemend opkomen van vereenigingen in de laatste jaren, waardoor veel vaandels, banieren en dergelijke benoodigd zijn, komt aan dezen tak van nijverheid ten goede. Stonden we op het gebied van borduurwerk omstreeks het midden der eeuw bij het buitenland achter, het is vooral aan de firma A. A. Knuyver te danken, dat dit althans niet meer het geval is. De inrichting van deze firma, in 1830 door den heer Seewald gesticht, en sedert 1858 door den heer Knuyver belangrijk uitgebreid, kan, zelfs volgens het oordeel van Franschen, de vergelijking 18

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 286