275 HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ. fabriek „Rozenburg” aan welke voor kort het voorrecht werd toegekend het praedicaat „Koninklijke” te mogen dragen. Hoewel deze fabriek nog geen 20 jaar geleden is opgericht, zoo zijn haar voortbrengselen thans reeds over de geheele wereld verspreid en hebben overal als kunstfaïence een goeden naam, zoodat de uitvoer naar verschillende Europeesche landen, alsmede naar Indië, Z.-Afrika en Amerika in de laatste jaren steeds toenam. Ook op het gebied der tegelindustrie heeft zij veel succes in 1897 werd zelfs de betegeling eener kerk in Engeland door haar uitgevoerd. In dat jaar werkte de fabriek met 100 personen. Ook hare inzending op de Parijsche tentoonstelling van 1900 wekte algemeen bewondering en het plan bestaat nog in November bij de Place de l’Opéra te Parijs een magazijn te openen. Merkwaardig is dat, gelijk wij boven zagen, omstreeks een eeuw geleden hier ter stede een dergelijke fabriek bestond, welker voortbrengselen even eens den naam van den Haag vermaard hebben gemaakt. Dat de ondernemingsgeest ook op het einde der eeuw nog niet is verdwenen, kan daaruit blijken dat in 1899 door de Naaml. Vennootschap „Kranenburg” aan de Beeklaan een zandsteenfabriek werd opgericht en in 1900 het besluit tot oprichting eener smyrnatapijtfabriek aan den Loosduinschen weg werd genomen. Zag de eerste helft der eeuw eene groote verandering op het gebied der verlichting tot stand komen door het verrijzen van gasfabrieken, de tweede helft schonk weer aan eene andere wijze van verlichting het leven, daar in 1880 onder de firma Wisse, Piccaluga en Co., de Electrische verlichtingmaatschappij werd opgericht met de daaraan verbonden electro-metallurgiefabriek tot het vergulden, verkoperen en vernikkelen van metalen. De maatschappij ging zeer snel vooruit en voltooide in 1889 haar Centraalstation voor electrische stroomlevering aan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 288