289 HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ. verbetering van den waterweg naar de Maas en vooral den aanleg van een haven te Scheveningen, liefst een die ook den handel van den Haag ten goede zou komen. Langzamerhand gingen enkele dezer wenschen in ver vulling. Zoo werd vóór eenige jaren het vaarwater tusschen Rijn en Schie. verbeterd en in 1897 werd een aanvang gemaakt met de werken voor de Laakhaven, waardoor eene belangrijke verbetering voor de scheepvaart tot stand komt. Het aantal vaartuigen dat de gemeente binnenkomt is in de laatste jaren stationnair In 1899 werd havengeld betaald van 43.865 vaartuigen, terwijl dit getal in i860: 37002 bedroeg. Nog altijd bestaat er een aantal stoomboot- en andere diensten, waardoor den Haag met verschillende steden in het land is verbonden en dit aantal is, ondanks het toenemend gebruik dat van de spoorwegen gemaakt wordt, nog vrij belangrijk toegenomen. Voeren er in 1870 zes stoombooten en 77 andere vaartuigen, te zamen metende 2805 ton, op het laatst der eeuw telde men 22 stoombooten en 77 andere vaar tuigen, met een gezamenlijken inhoud van 3812 ton. In 1896 werd zelfs nog een nieuwe stoombootdienst voor passagiers en goederen tusschen den Haag en Delft geopend, die terstond 3 stoombooten in de vaart bracht. Het goederenvervoer te land van en naar den Haag aan het station van de Holl. Spoorweg-maatschappij be droeg in 1899 met inbegrip van de stoomtram den Haag- Scheveningen 381.580 tonnen tegen 85.476 tonnen aan het station der Staatsspoor (eveneens met inbegrip van de stoomtram den Haag-Scheveningen). Behalve door de spoorwegen wordt het verkeer met omliggende gemeenten tegenwoordig ook door verschillende stoomtrams verge makkelijkt, zoodat, ook ten gevolge van den toenemenden trek naar de groote steden, den Haag langzamerhand het middelpunt wordt van een kring van kleinere plaatsen, 19

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 302