HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENX. 292 niet toeneemt, terwijl niet alleen geklaagd wordt over de buitenlandsche concurrentie, vooral op het gebied van manufacturen, galanterieën, modeartikelen en dergelijke, maar vooral ook over de toenemende onderlinge con currentie, die steeds feller wordt en het voor de kleine winkeliers hoe langer hoe moeilijker maakt zich staande te houden. Volgens hen droeg daartoe veel bij de oprich ting van het district ’s-Gravenhage van de vereeniging „Eigen Hulp” in 1877, welk district zich nog gestadig uitbreidt zoodat het in 1899 bijna 6400 leden telde. Het heeft hier eene coöperatieve winkelvereeniging opgericht, waaraan 5 afdeelingen zijn verbonden, n.l. voor kruide nierswaren, glas- en aardewerk, sigaren en tabak, garen en band en wijn en bier. Later is er nog eene coöperatieve afdeeling voor kleeding en uitrusting benevens eene voor beheer van gelden, als ook eene coöperatieve vleesch- houwerij bij gekomen, en de groote schaal, waarop de zaken worden uitgebreid, deed reeds jaren geleden de Kamer van Koophandel den wensch uiten, dat de ver eeniging haar handel meer in eigen kring mocht drijven en dien dus metterdaad tot eigen hulp beperken. Het beginsel der coöperatie gaf nog tot oprichten van ver schillende andere vereenigingen aanleiding, waaronder de reeds genoemde coöperatieve broodbakkerijen. Wat het meest verderfelijk op den kleinhandel werkt, is de omstandigheid, dat de kleine winkeliers meestal tegen wil en dank gedwongen worden op crediet te leveren en zeer groot is het aantal van hen, die hier door te gronde gingen, want op den duur moeten zoowel het publiek als de leveranciers daarbij schade lijden. Het zou voorzeker zeer wenschelijk zijn, dat de neringdoenden er toe mochten komen, de handen ineen te slaan om hierin verbetering te brengen. Een ander kwaad is in de laatste jaren de toename van het aantal

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 305