HANDEL ET NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ. 293 winkels, waar door het uitloven van premiën en toe giften of het organiseeren van loterijen, klanten worden gelokt, waardoor de wereld, die bedrogen wil worden, ertoe komt hare waren niet daar te halen, waar de kwaliteit het best is, daar bekommert men zich minder om, maar waar men de fraaiste prijzen ziet uitgestald, die men misschien kans heeft te winnen. Daar hetzelfde euvel zich ook in andere steden voordeed, richtte de Rotterdamsche Kamer van Koophandel naar aanleiding hiervan een adres aan den Minister van Justitie, welk adres ook door de Haagsche Kamer werd gesteund. De Minister verklaarde in de Tweede Kamer eene regeling dezer zaak te zullen voorstellen. Een en ander doet echter de vraag rijzen of de kleine handelaars op den duur de concurrentie zullen kunnen volhouden, daar veel erop schijnt te wijzen, dat alleen zij die op groote schaal zaken kunnen drijven zich in de toekomst staande zullen kunnen houden. Het aantal faillissementen, dat in 1867 voor den Haag en Scheveningen 21 bedroeg, was in 1898 tot 91 gestegen d.i. ruim 4 maal zooveel, terwijl de bevolking in dat tijdsverloop slechts was verdubbeld. In 1899 werd zelfs het onrust barend cijfer van 141 bereikt, waarin allerlei bedrijven waren vertegenwoordigd, maar het meest aannemers (9) en kruideniers (8), wat te denken geeft. De markten van het begin der eeuw bleven grooten- deels in stand. De paardenmarkt echter, die nooit veel te beteekenen heeft gehad en die den laatsten tijd in het Voorhout werd gehouden, werd in 1864 afgeschaft. In 1853 was er nog eene wekelijksche veemarkt ingesteld, die op de Lange Beestenmarkt werd gehouden, maar reeds na vier jaren werd opgeheven, daar vee en koopers ontbraken, een gevolg van de ingewortelde gewoonte der boeren om hun vee te Rotterdam en Delft ter markt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 306