HANDEL EN NIJVERHEID VAN DEN HAAG, ENZ.
294
te brengen. Terwijl ook de Korenmarkt langzamerhand
te niet ging en de boter- en varkenmarkt nog slechts
een kwijnend bestaan leiden, neemt daarentegen het
gebruik, dat van de Gemeentewaag gemaakt wordt nog
steeds toe. Werden hier b.v. in 1875 slechts 2896 varkens
gewogen, in 1839 was dit aantal tot 11511 gestegen.
De groente- en vischmarkt lijden veel door de meerdere
verzending naar het buitenland, een natuurlijk gevolg
van de verbeterde middelen van vervoer, als ook door
het verkoopen aan de huizen. Over het algemeen strekt
zich de handel op de markten hier ter stede, hoewel ze
druk bezocht worden, niet veel verder uit dan tot voor
ziening in de dagelijksche behoeften der ingezetenen.
Toen eenmaal de gelegenheid was opengesteld om
aan huis vleesch te verkoopen, werd van de Vleeschhal
hoe langer hoe minder gebruik gemaakt en na nog
eenigen tijd een kwijnend bestaan te hebben geleid, werd
zij in i860 opgeheven. We zagen boven reeds dat het
aantal vleeschhouwers daarna sterk is toegenomen, in
1867 bovendien met de ,,’s-Gravenhaagsche Vleesch-
houwerij”, die echter in 1901 tot liquidatie zal overgaan,
en sedert 1884 ook met eene coöperatieve vleeschhouwerij
van „Eigen Hulp”.
In het lot van al het ondermaansche deelde ook de
Kermis. Was zij in het begin der eeuw reeds in hare
nadagen, de tweede helft der eeuw was er getuige van hoe
zij langzaam wegkwijnde, terwijl bovendien de beweging,
die in 1855 door Ds. Huydecoper c s. tegen haar werd
begonnen, haar een schok toebracht, waarvan zij zich
niet meer zou herstellen en die hare krachten zoodanig
sloopte, dat zij in 1886 aan hen, die haar liefhadden
en bij wie zij nog steeds in vriendelijk aandenken blijft
voortleven, werd ontrukt. Een dergelijk lot trof de ver
koophal „De Nijverheid” op de Gedempte Gracht en de