’s-GRAVENHAGE GEDURENDE DE I9DE EEUW. 21 buiten de omgordende singels gevestigd, met name aan de Zuidoostzijde de Bocht van Guinee en de Z.O.- Buitensingel, maar eigenlijk mag men zeggen dat nadat de Nieuwe Uitleg in de vorige eeuw was aangebouwd en bij de stad getrokken deze ruim een eeuw lang binnen die watergrachten beperkt bleef (zie kaart I). Intusschen was zij lang niet overal even dicht bewoond of bebouwd, vooral naar het westen toe bleven vele gronden aan uitgestrekte tuinen, erven, kerkhoven en warmoezierderij gewijd; het geheele Kortenbosch, de Noordwal en de Prinsegracht in het uiterste westen waren in dit opzicht het. meest misdeeld; nog vindt men daarvoor het bewijs in de uitgestrekte eigendommen van enkele gestichten (St. Vincentius de Paulo, het R. K. Wees- en Oude mannen- en vrouwenhuis) en de niet bebouwde gronden nabij de Lijnbaan, waar het op oude kaarten voorkomende „Advokatenpaadjc” echter door verbreeding van den Westsingelweg is verdwenen; waarom die juist daar liepen te peinzen is ons niet bekend, tenzij men denke aan de processen over de beschoeiing van de singelgracht, gevoerd tusschen de stedelijke magistraat en de eigenaren van het Kortenbosch. In den aanvang dezer eeuw waren de breede singel- grachten de eenige verdediging der stad, die derhalve als openliggend kon worden beschouwd en gelukkig heeft zij dan ook sedert Maarten van Rossem en de Delftsche vijandelijkheden eeuwen lang geene aanvallen te verduren gehad. Zij mocht zich dus onbelemmerd uit breiden; onbelemmerd althans door wallen, bastions of strategische werken, en daarvan heeft zij flink gebruik gemaakt, gelijk wij zullen zien. Jammer genoeg ontbrak ook hier evenals in bijna al onze groote steden een vast plan, de grilligste toestanden werden daardoor ge boren, als bij toeval werden enkele pleinen en plant-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 30