312 UIT DEN SOLDATENDOOS VAN DEN HAAG. De troepen waren vrij sterk; het ze en 3e Bat°n. der ie halve Brig, waren respectievelijk sterk 25 en 20 Officieren, 624 en 812 manschappen (met het kader), 11 en 22 verlofgangers, 12 en 72 zieken, benevens 131 en 28 krijgsgevangenen. „van de toezeggingen door Uwe Majesteit gedaan en de blijkbare „intentien van Hoogst Dezelve, om den Haag zoo veel mogelijk „te willen favoriseeren. „Ik zal derhalven Uwer Majesteits decisie nopens de beide „hier voren opgegevene verzoeken van dikwijls genoemde „Burgemeester, eerbiedig verwachten. En ben met den diepsten „ootmoed enz. Wij kunnen tot ons leedwezen genoemd decreet van njuli 1807 No. 37 niet in zijn geheel opnemen, aangezien het stuk daarvoor te uitgebreid is en willen alleen er van vermelden dat het Kazernement was verdeeld in drie categorien, n.l. 1. die waarbij gebouwen en meubelen behoorden aan den Staat; 2. die waarbij dezelven behoorden aan de Gemeenten; 3. die waarbij dezelven behoorden aan particulieren. De kribben waren van hout en er werd bepaald dat de stroozak even groot moest zijn als de matras, terwijl nieuw aangekomen troepen schoone lakens zouden verkrijgen. Retstroo zou worden vernieuwd op 30 Juni en 31 December, de stroozak eens per jaar in den zomer gewasschen. De lakens werden vernieuwd van af 1 Juni tot 1 October elke 20 dagen, overigens eens per maand. Bij elk bed was een soort kastje tot het ophangen en opbergen van goederen; in het midden van de kamer een broodplank, een tafel en banken, benevens een kachel. De kleederen mochten niet in de kamers worden uitgeklopt, zulks moest op de corridors geschieden, de geweren mochten niet op de bedden worden schoon gemaakt, de laadstokken mochten niet als kleerkloppers gebezigd worden. De bedden moesten smorgens een half uur worden gelucht. Schoorsteenen moesten ’s zomers twee maal en ’s winters elke maand geveegd worden. De woningen der particulieren werden verdeeld in 8 klassen de ie klasse was voor de Maarschalken en Luitenants Generaal, de 6= voor de Luitenants, de 8e voor Korporaals en minderen. Een maarschalk kreeg minstens 4 groote kamers, een kapitein

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 326