UIT DEN SOLDATENDOOS VAN DEN HAAG.
317
U
Sergt- of Korpl-
1
10
Wachtmr.
1
12
Cadet (Vaandrig); 4 Tamboers;
en
1 Korpl- eil
6 Sergtn.; I2
121 Fusiliers.
Artillerie
Kanonniers.
Cavalerie
Ruiters.
Bijeen dus 241 personen.
dan ook heel wat posten uit te zetten,
en bij nacht doorde
Er waren
namelijk respectievelijk bij dag
Infie. 39 en 44; de Art. 3 en 3 en de Ca vie. 3 en 4.
Op 28 April bedroeg voor de Infie. het aantal posten
reeds 50 des daags en 55 des nachts. Voor het parool
zorgde de Plaats. Majoor Luitnt.-Ko]onel C. S. van Meurs.
Oefeningen, wachtdiensten, het onderhoud van wapens
en kleeding, enz. waren oorzaak dat het schoonhouden
der kazernes niet aan de soldaten maar voor 800 per
jaar was gegeven aan Burger van Bijslerveld en de soldaten
dus van die corvée waren ontlast.
Onder de personen, die in 1800 te ’s Gravenhage eene
hooge militaire betrekking bekleed hebben, kunnen wij
o.a noemenden Lt.-Genl- H. W. Daendels, met de
Adjudanten Kolonel O. S. Wagner en W. van Uslar-,
den Commissaris van Oorlog A. Ritner-, Lt- Kolk TV.
Step en G. C. van TUI, respectievelijk Commandanten
van het 2e en 3e Baton- van de ie Halve Brigade; de
Majoors B. P. Achenbach en G. L. van den Berghde
Kolonels der Artillerie R. Althuysen en G. A. Martuschewitz-,
den Directeur der Artie.-School G. G. Diatz van Vivano',
den Kolk der Cavalerie G. du Rij met den Lt- Kolk
Sergeanten, 4 Korporaals, 1 Tamboer, 25 Fusiliers,
en 5 fransche Dragonders,
telkens op wacht (bijv, op
1 Vice-Korpk
1 Luitnt.;
2
benevens 1 Korporaal
In de stad waren
April 1800).
Infanterie 3 Off.1
Korps-; 4 Vice-Korps.; 24 Grenadiers