UIT DEN SOLDATENDOOS VAN DEN HAAG.
320
(get.) Victor.”
Ten einde verzekerd te zijn tegen verrassingen van
Engelsche zijde werd 9 October 1803 het 8e Regt. Jagers
te Paard van den Haag naar Zeeland gezonden, terwijl
groote garnizoensveranderingen op handen schenen te
zijn, waartoe reeds 11 Dec. 1803 de nog alhier achter
gebleven Grenadier Kompagnie van het 3e Batn. der
2e ’/a Brigade naar Harderwijk vertrok.
Den 20 December 1803 besloot het Staatsbewind de
„Burger Minister! De Troepen, de Generaals en Staf
officieren, welke 't Leger Corps uitmaaken, waarover mij
,,'t bevel is toebetrouwd, verwagten met ongeduld het
„teken tot den strijd, waartoe het ontrouw Engelsch
„gouvernement, in eene razernij van hoogmoed en
„heerschzucht, hen heeft durven uittarten. Haat aan de
„verstoorders van de rust der waeréld! wraak over hun
„schandelijk en trouwloos gedrag! Deeze is de kreet des
„Legers. Door dusdanige gevoelens gerigt, zullen onze
„slagen verschrikkelijk zijn. Dan, Burger Minister, indien
„de vijanden van het Menschelijk geslacht te bestrijden
„aan onzen plicht voldoet, zoo is zulks niet genoeg voor
„den wensch welke bij ons heerscht. Ongetwijfeld zijn
„onze armen gereed hen te straffen, edoch het Leger
„Corps, niet te vrede met mij te gelasten, om bij U de
„tolk te zijn, van deszelfs brandenden ijver tot onder
steuning dier geheiligde zaak en U te verzoeken daarvan
„aan den Eersten Consul, deszelfs hulde te betoonen, heeft
„hem tot een bewijs van deszelfs verkleefdheid, willen
„aanbieden de gifte, welke de Generaals en Stafofficieren
„vereenigd, doen van een gedeelte hunner soldij van de
„loopende maand om in de Oorlogskosten te draagen.
„De aanwijzende Tabel van die gifte gaat hiernevens.