UIT DEN SOLDATENDOOS VAN DEN I-IAAG.
33+
De twee eveneens 7 Juli 1829 opgerichte Batons Jagers,
elk van 4 Komp., elk Bataljon sterk 1128 personen,
stonden respectievelijk onder de bevelen van de Luit.
Kolonels van Heerdt tot Eversberg en Everts. Ook aan
de dappere Jagers werd hulde gebracht voor hun roemrijk
aandeel in de krijgsverrichtingen tijdens de Belgische
onlusten. Zij keerden den 31 Aug. 1836 naar hunne gar
nizoenen terug en wel het ie Baton, naar den Haag en
het 2e Baton, naar Breda, in welke plaatsen zij elkander
van 1841—’45 jaarlijks afwisselden.
Ook de afdeeling Jagers kreeg 6 Maart 1841 den naam
van Regiment, met eene sterkte van 1869 personen,
terwijl op 15 October 1843 de Regimenten Grenadiers
en Jagers tot een Regiment werden vereenigd, waarvan
het 3e en 4e Baton, tot de Jagers zouden behooren, en het
geheele Regiment eene sterkte van 3700 hoofden zou
krijgen. De Kolonel Voet had het bevel over het Regiment,
terwijl de Luit.-Kolonel Buchner over het ie, de Majoor
Akersloot van Houten over het 2e, de Maj. v. Geen over het
3e en de Maj. Wortman over het 4e Bataljon commandeerden.
Den 12 Dec. 1843 had het garnizoen den dood te
betreuren van den eersten Koning Willem I.
Den 11 Juli 1844 had eene groote wapenschouwing
plaats voor Z. M. den Keizer van Rusland en Z. M. den
Koning, waarna aan de onderofficieren en soldaten
wellicht alleen aan die van het Reg. Grenadiers en Jagers
een dag soldij werd uitbetaald.
Eenige personen werden begiftigd met de St. Anna-
orde 5e kl.
Op 16 April 1849 had eene indrukwekkende plechtig
heid plaats. Ten bewijze hoezeer wijlen koning Willem II
het Regiment Grenadiers en Jagers had liefgehad werd
door Zijne Weduwe aan het Regiments-Vaandel een lauwer
krans gehecht.