HET NATIONAAL TOONEEL IN DE RESIDENTIE,
1804 1904.
Eer wij daartoe overgaan de lotgevallen van het
nationaal tooneel in de residentie aan onze lezers mede
te deelen, behoort de vraag in ernstige overweging te
komen, of wij het recht hebben van een nationaal tooneel
in ons land te spreken. Wij hebben eenige begaafde
tooneelschrijvers, een aantal talentvolle kunstenaars en
zelfs enkele zeer geniale acteurs en actrices gehad, maar
dit alles is niet voldoende, om een nationaal tooneel te
vestigen. Het nationaal tooneel moet niet alleen de ge
schiedenis van het land in beeld weten te brengen, maar
tevens een afspiegeling van het volksleven zijn in zijn
vele schakeeringen. Het tooneel moet in de volkszeden
geworteld zijn, zooals bij de oude Grieken, de Spanjaarden
en de Italianen het geval was, om een nationale instelling
te kunnen worden. Het is zeer twijfelachtig, of wij het
ooit zoo ver brengen zullen. Wij behoeven ons overigens
over deze tekortkoming niet te schamen omdat wij die
met andere volken gemeen hebben.
Wat de dramatische letterkunde in Frankrijk betreft,
zoo waren de treurspelen van Racine en Corneille op
den grondslag van het Grieksch en Romeinsch tooneel-