35o
van
te kunnen beoordeelen
opvoering het meest
HET NATIONAAL T00NEEL, ENZ.
dramatische kunst wilden wijden. Eenige acteurs moesten
voor hunne opleiding naar Parijs worden gezonden, nadat
zij de Hollandsche taal grondig geleerd hadden en
de stukken van Corneille en Racine moesten nieuwe
vertalingen worden gemaakt. Door het Koninklijk Instituut
moest een prijsvraag worden uitgeschreven, voor een
treurspel in den stijl van Racine en Corneille. De Koning
moest zich het recht van beoordeeling voorbehouden.
Er moest een leerstoel voor de fraaie letteren bij het
Amsterdamsch Athenaeum worden opgericht of een be
voegd persoon aan de 2de klasse van genoemd instituut
worden verbonden, die verplicht was een aantal openbare
voordrachten te houden.
Wat zijn eigen treurspelen betreft, waarop B. zich in
zijn memorie beroept, zoo zijn zij, gelijk van zoo iemand
te verwachten is, met groot talent geschreven, maar het
schijnt hun aan innerlijke levenskracht te ontbreken. Het
zijn boekendrama’s, die, zoover ik weet, nooit gespeeld
werden. Toch zou het in onzen tijd van letterkundige
proefnemingen gewenscht zijn een zijner stukken, b.v. de
Floris V, die een nationaal onderwerp behandelt, te
vertoonen en voorts hetzelfde te doen met Hooft's
Geraerdt van Velsen, om
welke dezer beide stukken bij een
zou voldoen.
De kortstondige regeering Van Koning Lodewijk is
vermoedelijk oorzaak dat geen der door B. aanbevolen
maatregelen in toepassing werd gebracht. De memorie werd
door den Koning ter kennisneming en advies aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken gezonden, die haar,
op zijn beurt, naar den Minister van Justitie en Politie
renvoyeerde. Het gevolg van een en ander is geweest,
dat er 23 November 1808 een decreet werd uitge
vaardigd, waarin de schouwburgdirecteuren werden gelast