352
de provin-
wat voor een
répertoire, een goed tooneelgezelschap, een geschikt
directeur. Toch geeft zij den moed niet op dat er veel
tot verbetering kan geschieden. Er zou een vereeniging
voor Noord- en Zuid-Holland worden opgericht, die zou
trachten de verspreide goede tooneelkrachten tot éen
gezelschap te vereenigen. De Koning moest beschermheer
zijn. Het hoofdbestuur zou moeten bestaan uit onbezoldigde
commissarissen, gekozen uit ingezetenen van die plaatsen,
waar het gezelschap optreedt. Het getal te bepalen naar
verhouding van de uitgebreidheid der plaats. Dit bestuur
zou den directeur benoemen, die geen acteur moest zijn
en een vast tractement zou genieten met aandeel in de
winst. Hij wordt belast met het opsporen van bekwame
acteurs en actrices, het sluiten der engagementen en het
vaststellen van het répertoire. Dit laatste moest echter
geschieden in overleg met commissarissen. Naast dezen
directeur wordt een finantieel controleur aangesteld, even
eens op een vast tractement met een aandeel in de winst.
Zijn instructie zou, gelijk die van den controleur, door
commissarissen worden vastgesteld. Er zou een negotiatie
worden uitgegeven van ƒ100.000 in aandeelen van/ioo,
waarvan jaarlijks veertig zouden worden afgelost. De
aandeelhouders zouden vrije toegangskaarten verkrijgen
naar evenredigheid van het bedrag hunner deelneming.
Men zou trachten subsidies te verkrijgen van
HET NATIONAAL TOONEEL, ENZ.
In 1851 werd op initiatief van Z. M. Willem III een
commissie benoemd, waarin bekende letterkundigen, zooals
J van
om
het nationaal tooneel.
Lennep, Schimmel, Burlage, de Buil zitting hadden,
de noodige voorstellen te doen tot opbeuring van
Deze commissie die op 20 Mei
haar rapport uitbracht, begint haar taak met een zuiver
negatief oordeel over den bestaanden toestand uit te
spreken. Volgens haar oordeel ontbreekt nagenoeg alles
nationaal tooneel noodig is: een goed
goed tooneelgezelschap,