364 HET NATIONAAL TOONEEL, ENZ. stukken opgevoerd, gedeeltelijk uit het Fransch of Duitsch vertaald, zooals Akufar of de Woest ij nbe won ers Tedeli, Koning der Hongaren, Sidonia de too- v e n a r e s e.a., die destijds evenzeer als thans de menschen schenen te boeien. Een enkelen keer werd ook Shakespeare vertoond. Wij kunnen in een beknopt overzicht niet bij alles uitvoerig stilstaan en moeten ons dus tot de vermelding der belangrijkste gebeurtenissen bepalen. Als zoodanig moet de dood van Ward Bingley beschouwd worden, die op 26 Juni 1818 onverwachts overleed, nadat hij nog kort te voren met mevrouw Ziesenis- Wattier met de rol van Farnese in het drama Maria van L o ba in was opgetreden. Het is hier wellicht de plaats het een en ander omtrent dezen grooten kunstenaar mede te deelen, die door zijn buitengewone gaven den luister van het nationaal tooneel ongemeen verhoogd heeft. Hij werd in 1755 te Rotterdam geboren en aanvankelijk voor den handel opgeleid, maar een onweerstaanbare aandrang dreef hem naar het tooneel. Op zijn 18e jaar deed hij zijn eerste debuut onder de leiding van Martin Corver dat, tengevolge van een kabaal jammerlijk mislukte, maar hij zou spoedig op een schit terende wijze revanche nemen. Bingley was een zeer ontwikkeld man, die een grondige kennis zijner kunst bezat. De natuur had hem bovendien een schoonen lichaamsbouw en een edel gelaat, vol uitdrukking ge schonken. Hij beschikte over een fraai en buigzaam stemorgaan, dat hij volkomen beheerschte. Hij speelde nu en dan in het Fransch bij het Fransch gezelschap, waar hij hetzelfde succes verwierf. Hij had zich ook bereid verklaard Shakespeare in het Engelsch te vertolken, maar kon daarvoor niet de vereischte medewerking vinden. Van zijn spel ging een bezieling uit, die zijn toeschouwers

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 383