370 Zuijlen, die zou worden en monologen HET NATIONAAL T00MEEL, ENZ. directeur getrouw bleven. Onder het personeel bevond zich ook de toen nog jeugdige Willem van later een onzer gevierde tooneelspelers en door zijn dramatische voordrachten populair werd. In 1856 gaven de heeren Breedé en Valois een vlug schrift uit om zich tegen de eigendunkelijke handelingen van commissarissen van den Rotterdamschen schouwburg te verdedigen, die wilden, dat de Haagsche directie den heer A. Peters en eenige andere artisten op door hen willekeurig bepaalde tractementen zouden engageeren en op gezette tijden in Rotterdam zouden laten optreden. In ditzelfde jaar vierde de verdienstelijke actrice Mevr. Stoopendaal haar gouden feest met Een puntdicht van Kotzebue, bij welke gelegenheid zij van de vorstelijke personen en een aantal aanzienlijke ingezetenen vele kostbare geschenken en een regen van bloemen ontving Op 6 April 1862 gaf zij haar afscheidsvoorstelling met eene Familie von Chr. Birch-Pfeiffer. Dat het huis Valois, zoo als men het destijds noemde, zoolang in den gunst bleef en de teugels van het bewind mocht blijven voeren wordt volgens het gemeentebestuur van die dagen door de omstandigheid verklaard dat het nationaal tooneel over het algemeen in verval is, zoodat een verandering van directie weinig zou baten. Bovendien waren zij hunne verplichtingen steeds trouw nagekomen en hadden zij zich steeds als ordelijke en ijverige administrateuren gedragen. Op 9 Januari 1872 werd door den acteur A. Peters een schrijven aan het gemeentebestuur gericht, waarin hij de oorzaak van het verval van het nationaal tooneel uiteen zet. Als zoodanig beschouwt hij het reizen, waar door velen in de gelegenheid worden gesteld de buiten- landsche schouwburgen te bezoeken, die in vele opzichten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 391