EEN EN ANDER OVER DEN HAAGSCHEN
SCHOUWBURG EN HET „THEATRE FRANQAIS”
IN DE i9e EEUW.
De stallen van Ritzenthaler, stalhouder, tegenover
Blijenburg, hoek Comediestraat, vormden het vroeger
Théatere Francais, gelijk De Fonseca ons mededeelt.
Van 1702 af werden daar vrij geregeld Fransche comediën
en opera’s opgevoerd.
Bij den aanvang van de 19e eeuw was sedert een
twaalftal jaren de ondernemer of directeur een zekere
J. P. Meisner of Meissner. Volgens de notulen van de ver
gadering van Burgemeesteren (Slicher, van Slingelandt
en Beelaerts) van Woensdag 6 Augustus 1788, werd
besloten „bij provisie en tot kennelijk wederzeggen toe”
gunstig te beschikken op het request van Stanislaus
Anthony Hendricus Jacobus Storm, om de concessie zijns
vaders om „op het Theater in de Casuariestraat alhier
eene Fransche Comedié te moogen laaten vertoonen, aan
den persoon van Johan Philip Meissner, Muzikant alhier”
te mogen overdragen.
Of het tegenwoordige gebouw van de vroegere stallen
van Ritzenthaler, dat nu te koop staat en tot opberging
dient van de broodwagens der firma Lensvelt, Veenestraat,
inderdaad hetzelfde is, waarin het Theatre Francais zijne
voorstellingen gaf, dan wel of dit laatste plaats heeft moeten
maken voor het oprichten van deze stallen, zijn vragen,
waarop het mij niet gelukt is een beslissend antwoord