381 EEN EN ANDER OVER DEN HAAGSCHEN SCHOUWBURG. 1801 werden o.a. opgevoerd Le Déserteur van Monsigny, Lodoïska van Kreutzer, La Servante maitresse van Per- golèse, Les Prétendus van Méhul enz. Ook werd op 7 Maart een stuk gegeven getiteld Madame Angot, ou la Poissarde parvenue, comédie en 2 actes et en próse, mêlée de Vaudeville, dat reeds door den Hollandschen troep van Bingley in de Casuariestraat was opgevoerd als zangspel, naar het Fransch, en waarbij toen vermeld werd dat de acteur G. Adams de rol van mad. Angot „in vrouwengewaad” zou vervullen. Mag dus wel haast aangenomen worden dat het gehalte van den troep minder goed was, die van het daarna geëngageerde gezelschap onder directie van den Sr. Depoix schijnt niet veel beter geweest te zijn. Dat gezelschap bestaande o.a. uit de heeren Dannery, Morel, Depoix, Cocherie, Thibault, en uit de dames Laurent, Cocherie en Poncelet, opende zaterdag 9 Mei 1801 zijne voor stellingen als „Les artistes francais de la Haye, Direction du Sr. Depoix”. Al was deze directie blijkbaar volijverig gelijk blijkt uit het ter repertoire brengen van nieuwe opera’s, zooals van Les deux journées, van Cherubini en Le Calif de Bagdad, van Boieldieu, die respectievelijk op 29 Augustus en 7 November 1801 hunne ie repre sentatie hier ter stede mochten beleven, de voorstellingen konden blijkbaar niet voldoen, en evenzeer scheen men zich niet langer met het operazaaltje meer te vreden te kunnen stellen, want in het jaar 1802 werden stappen gedaan èn om een beteren troep samen te stellen, èn om een andere comediezaal te verkrijgen. 1) Met de spelling van de namen der compositeurs werd zonderling rondgehaspeld. In plaats van Monsigny, vindt men Mancini, in plaats van Kreutzer, Creitzer, of' Schreutzer, in plaats van Boieldieu, Bois-le-Dieu enz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 403