398 EEN EN ANDER OVER DEN HAAGSCHEN SCHOUWBURG.
pianiste van 16 jaar, mej. A. G. E. van den Bergh die
zich later hier vestigde als muziekonderwijzeres, en tot
haren dood 10 September 1840 ten hoogste vereerd werd
in onze residentie.
Haar eerste concert, in de maand Juli, in den Schouw
burg gegeven, bracht de Haagsche Courant er toe ten
tweede male af te wijken van hare gewoonte om niets
te zeggen van plaats gehad hebbende concerten. Haar
verslaggever was dermate door de muziekale kunstuitingen
van deze jonge dame getroffen, dat hij zich aan het
volgende literarisch pronkjuweel te buiten ging:
„Bejaarde konstkenners van Muziek, verzekerden open
baar iets dergelijks nooit schooner, nooit uitvoeriger, hier
in deze stad gehoord te hebben. Zowel de executie als
eigen compositie van dit zestienjarig meisje, was vol
b Zij wordt als een buitengewoon geniale vrouw geschetst
in het Ned. Muzikaal Tijdschrift van 1840. Zij speelde de
praeludies en fuga’s van Bach, ook Mendelssohn, met uit
stekende voordracht, krachtigen aanslag, juistheid en stoutheid;
las de oratoriums en opéra’s uit de partituur a prima vista,
en was ook componiste. Op de hierbestaande liefhebberij-
concerten en in bijzondere kringen trad zij herhaaldelijk op als
soliste met werken van Beethoven. Mozart, Weber, Ries,
Field, e.a. In 1819, 20 en 21 studeerde zij een kleinen kring
van dilettanten de finales in van Cosi fan tutti, Don Juan,
Figaro, Gazza Ladra enz. voor liefhebberij-concerten. Daaruit is
ontstaan de eerste eigenlijke zangvereeniging voor Gemengd
Koor hier ter stede, die onder hare directie van 1821 tot 1838
gebloeid heeft. Onder de medewerkenden was o.a. de toenmalige
redacteur der Staats-Courant Mr. Lagemans, die veelal de
tenorsolo’s voor zijne rekening nam. Met veel praal werd zij
begraven. Slippendragers waren Veegens, Calisch, Lubeck en
C. Kruseman. De grafrede hield Veegens. Een mannenkoor,
woorden van Calisch, muziek van Lubeck, werd bij het graf uit
gevoerd met begeleiding van de Koninklijke Kapel. Onder hare
leerlingen worden genoemd Anna Paulowna, gemalin van
Willem II, prinses Marianne, prinses Frederik en koningin Sophie.