402 EEN EN ANDER OVER DEN HAAGSCHEN SCHOUWBURG.
onderscheidene dwaallichten, of ontvlamde natuur- en
luchtverschijnselen, de zielsverhuizing buikspreking of
het onzigtbare meisje, enz.”
Den 27 Maart 1813 speelde W. Renaud, organist hier
ter stede, in een der pauzes een pianoconcert van eigen
compositie. Dat was weder iets beter, maar wat er van
te zeggen dat men, zooals op den 30 September van
dat jaar na de Joseph van Méhul liet volgen Grands
exercices d’équilibre par M. Zanini, célèbre artiste venant
de Paris et de Milan etc.
Het jaar 1813 was overigens voor de Fransche
tooneelisten bepaald noodlottig. Den 5 Mei moesten zij
bekend maken dat het aangekondigde benefiet van mej.
Marianne en de heeren Célestin en Depoix moest uit
gesteld worden, „daar het omslaan van hun rijtuig op
den Rotterdamschen weg in den nacht tusschen den 3
en 4 dezer maand, waardoor verscheidene hunner zwaar
gekwetst waren, hun in de onmogelijkheid stelde, het
zelve te geven.” En het aangekondigd benefiet van Mad.
Laurent, op den 18 November 1813 moest worden uit
gesteld. Het heette par indisposition tot 25 November,
maar wie zich herinnert wat dien 18 November gebeurde,
weet wat die eerste representatie van le prince de Catane
van Nicolo onmogelijk gemaakt zal hebben en wat een
relache voor het overige gedeelte van dat jaar wettigde.
Het blijkt echter dat de Hagenaars boozer waren op
de Fransche soldaten en ambtenaren dan op de Fransche
artisten, want anders hadden de laatsten niet gewaagd
reeds tegen 17 Januari 1814 weder eene voorstelling te
annonceeren. Intusschen zij deden dit in zeer verzoenenden
geest, want zij adverteerden
„Les artistes du Théatre francais désirant contribuer
au soulagement des Veuves et Orphelins de Woerden,
donneront 17 janvier, au Bénéfice de ces Infortunées,