EEN EN ANDER OVER DEN HAAGSCHEN SCHOUWBURG.
405
al heel treurig geworden te zijn, want men ging het nu
probeeren met een zekeren Francois Joseph, die als
administrateur-gérant zou optreden. Hij annonceerde den
13 October bezig te zijn een troep te vormen die
Operas Comiques, Vaudevilles en Comédies zou op
voeren, te beginnen met 1 November d.a.v. Dit lukte
hem niet, zoodat hij er zich toe bepaalde van 11 December
1828 tot 11 April 1829 alleen Comédies en Vaudevilles
te geven. Daarna sloot hij eene overeenkomst met het
Duitsche gezelschap te Amsterdam om hier opera’s in
het Duitsch te komen opvoeren. Dientengevolge kreeg
men hier o.a. Die Italiener in Algier, van Rossini in het
Duitsch te genieten. Deze directeur schijnt alles behalve
een „schüchterner Joseph” te zijn geweest. Met zeer
verregaande vrijmoedigheid liet hij de volgende adver
tentie in de Staatscourant van Dinsdag 26 Mei 1829
plaatsen: „Haagsche Schouwburg. Groote buitengewone
Voorstelling, gepaard gaande met een Groot Vocaal
en Instrumentaal Concert, gegeven en geëxce-
cuteerd door de Heeren Koninklijke Muzykanten dezer
stad, onder directie van den Heer Lubeck, vereenigd
met de Heeren Blondin met deszelfs kunstrijders, en den
Heer Niemeczek en diens troep van acrobaten, ter
benefice van den Heer Joseph, gewezen Directeur van
de Fransche tooneellisten alhier”.
Die combinatie van de pas opgerichte Koninklijke
Kapel 2), een waar keurkorps van musici, met kunst-
Van 1815 tot in 1850 werden geregeld advertentiën van
de Fransche Opera, zoowel als van den Hollandschen troep in
de Staatscourant opgenomen. Ook het Diligentia-concert heeft
jaren lang in de Staatscourant geadverteerd.
2) De Koninklijke Hofkapel was bij besluit van Koning
Willem I van 25 Februari 1829 tot stand gekomen. Door
Lubeck, den directeur, samengesteld uit de beste artisten der
residentie, aangevuld met virtuosen uit den vreemde, heeft