EEN EN ANDER OVER DEN HAAGSCHEN SCHOUWBURG. 4I7
Na langdurige, uitgestelde en weder hervatte discussies,
werd ten slotte door den Raad besloten op het voorstel
in te gaan. Feitelijk was dus de gemeentelijke subsidie
f 41.200. Daartegenover moest de nieuwe Directeur
zich in elk geval verbinden te geven groote opera's,
opéra’s comiques en vaudevilles.
Den in September 1853 opende de directeur Renauld
het opera-seizoen met la Favorite.
Sedert hebben tot op heden 19 verschillende directiën
aan het hoofd gestaan van onze fransche opera. In dit
opzicht mogen we zeggenlest best, want de tegenwoor
dige directeuren hebben het het langst weten te houden daar
ze nu bijna zeven jaren de directie voeren, wat nog geen
anderen directeur gelukt was. Voitus van Hamme, de
Suiten en Mertens hebben het niet verder dan tot zes
jaren kunnen brengen.
Met de eerste directeuren onder het nieuw ingetreden
gemeentelijk beheer ging het allerslechtst. Renauld liep
in Februari 1856 weg, zoodat de artisten en société
moesten gaan spelen. Zijn opvolger Eugène Vachette
maakte zich na een jaar, in 1857, op den laatsten dag
uit de voeten, en nog wel zonder de vorderingen van
zijne contractanten te voldoen. Van 1857 tot 1:858 voerde
A. Combettes de directie. Toen den 1 Maart 1858 zich
geen sollicitanten voor het directeurschap hadden voor
gedaan, liet de bas d’Hooghe zich overhalen de directie
op zich te nemen, maar in het begin van 1859 ontstond
tusschen hem en zijne artisten een geschil van dien
aard dat hij zich verplicht gevoelde terug te tredende
artisten speelden het seizoen verder en société af. Eindelijk
gelukte het weder een nieuwen directeur te vinden in
den persoon van Floris Defrenne, wien de eer te
beurt viel in het voorjaar Gounod’s Faust hier voor
het eerst te doen opvoeren. Hij bracht het met Faust
27