1) Natuurlijk uitgenomen dat, reeds aangegeven in het artikel
van Mr. Banck, toen de Raad besloot met het oog op brand
gevaar den Schouwburg te sluiten.
Defossez Jr.1879 Voitus van Hamme; 1885 L. Desuiten
en Granier; 1886 L. Desuiten; 1891 Mertens; 1897 van
Bijlevelt en Lefèvre.
Bij den directeur Carpier in 1863 opgetreden is vermeld,
dat hij directeur-gérant was. Dit was een gevolg van
een besluit van onzen Gemeenteraad, die dit even
tusschen twee haakjes gezegd in de laatste 50 jaren
heel wat tijd verspeeld heeft met het behandelen van
de vraag, hoe de opera eigenlijk geëxploiteerd zou moeten
worden, en of men wat meer of wat minder aan subsidie
zou geven enz. Bedoeld besluit, in het voorjaar van
1863 genomen, strekte: 10. tot verbouwing van de opera
zaal en vermeerdering van het aantal zitplaatsen met
260, zoodat dit op 1000 gebracht werd (kosten/65.000)
20. om voor twee jaren de opera voor rekening van de
gemeente te nemen onder een directeur-gérant, onder
toezicht van eene commissie (de heeren van Zuylen van
Nijevelt, de Pinto, Waldeck, van der Duyn en Verhuell).
Ofschoon de troep vrij goed was, o.a. was de bas
Depoitier voortreffelijk, leverde de proef niet het ge-
wenschte resultaat, en in 1865 werd besloten te breken
met de gemeenschappelijke exploitatie en om wederom
de opera te subsidieeren en wel met f 16.700. Met op
en afgaande subsidiën is dit systeem tot 1897 toe vol
gehouden.
Het gekste geval waarvoor intusschen de Raad gestaan
heeft deed zich voor in 1871. Van wege de Gemeente
werd aan den Koning het jaarlijks verzoek gericht om
wederom voor het volgend tooneel-seizoen van Z. M.
het gewone subsidie te mogen ontvangen. Het antwoord
EEN EN ANDER OVER DEN HAAGSCHEN SCHOUWBURG. 419