’s-GRAVENHAGE GEDURENDE DE I9DE EEUW. 34 buurten, villaparken, lanen en eene groote centrale ge vangenis. De rijks- en gemeente-gebouwen concentreeren zich in de stad en in het dorp vindt men derhalve geene merkwaardige openbare gebouwen dan twee Her vormde en twee Roomsch-katholieke kerken, en een nieuw post- en telegraafkantoor, benevens een vèr lichtenden vuurtoren en sedert 1874 in het duin den watertoren; de eenige monumenten zijn hier de Gedenknaald op de bedreigde duinen en Huygens’ kranig bronzen borstbeeld. Vergoeding in dit opzicht leveren behalve eenige schoone buitenverblijven de hotels van de badplaats, alwaar het allereerst in aanmerking komt als aanvoerder en geducht concurrent van alle ondernemingen, derhalve een waar draineertoestel, het Koerhuis met pier, winkel galerij, bar en speelclub. Wanneer men die ontwikkeling nu gadeslaat vindt men het des te opmerkelijker dat het Scheveningsche strand zoolang voor zeebaden onge bruikt bleef; wèl zullen enkele Hagenaars van tijd tot tijd in den vloed zijn afgedaald, maar van geregeld baden is eigenlijk geen sprake voordat zekere Pronk in 1818 op 10 minuten ten noorden van de kerk een soort van badhuisje oprichtte dat in de eerste jaren volstrekt geen vreemdelingen lokte. Het was den 1 Mei 1828 toen de eerste zeebadinrichting werd geopendgevraagd werden alstoen een dokter, een kastelein en een tafelhouder, doch deze laatste werd spoedig vervangen door een bad meester Gelukkig trof men een belangstellend ge neesheer in Dr. I. F. d’Aumerie, opgevolgd door zijn voor de goede zaak niet minder ijverenden schoonzoon Dr. P. M. Mess, aan welke beide heeren de opkomst der badplaats veel verschuldigd is; na den bouw in 1885 van het Koerhuis door de vaardige Zeebadmaat- schappij is de verzorging er in extra beste handen, al betreurt menig Hagenaar der bonne bourgeoisie” het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 45