’s-GRAVENHAGE GEDURENDE DE EEUW. 45 I9DE zoo veelvuldig meer indruk maakte dan de tegenwoordig verspreide papieren opwekkingen. Wij verlaten nu de stad om ons naar de voorsteden te begeven, alle kinderen van laatst gedeelte der 19e eeuw behalve de oude Bocht van Guinee en een paar onaan zienlijke buurtjes aan de oost- en westzijde. Onze mede- deelingen zullen uit den aard der zaak wel niet strikt chronologisch kunnen wezen, doch eenigermate zullen wij die orde toch in ’t oog trachten te houden en vangen de wandeling derhalve aan met den aanbouw rondom het zuidoostelijk kwartier om te eindigen met de geweldige ontwikkeling in het noorden en noordoosten. De aanzienlijkste voorstad welke wij derhalve het eerst bestreden, is stellig het Bezuidenhout met de talrijke daarmede verbonden stratenvele gebouwen, vooral langs den hoofdweg spreken luide van den goeden smaak der bouwmeesters en enkele kerken verrezen er bereids ook, in 1897 de R. K. kerk nabij de Laan van Nieuw-Oostindië, reeds vroeger de Engelsche kerk en de Oosterkerk 'der Gereformeerden aan den Singel. Het station van den Staatsspoorweg ligt aan een nog altijd onbeschaduwd plein en dan volgt een complex van zoogenaamde rivierstraten en een aan hofjeswoningen (de „Nijverheid’') rijken buitensingel, die naar de gebouwen en terreinen van de gewichtigste grootindustrie der resi dentie, de Pletterij voert, welke nog steeds aan velen brood en welvaart verschaft, terwijl daarentegen de aan de overzijde van de Trekvaart gelegen metaalfabriek, de Prins van Oranje, haar kwijnend bestaan heeft opgegeven en thans in een braakliggend veld is herschapen, dat het ongehoorde feit te aanschouwen geeft te midden van den aanzienlijken aanbouw en de belangrijke uitbreiding der

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 56