’s-GRAVENHAGE GEDURENDE DE I9DE EEUW. 56 winkeljufjes en coquette dienstmeisjes, hier juffrouwen genoemd; ook woelen daar doorheen een niet onaanzien lijk getal geëmancipeerde dames, waaronder zelfs eenige nog jeugdig van leeftijd, al verspilden zij hare eigenlijke jonge jaren aan warzieke bespiegelingen over socialismus of anarchismus. Dan is fietsen en lawntennis toch nog veel beter. Indien deze persoonsbeschrijving aan sommigen niet bevallen mocht, dan kunnen zij zich troosten met het feit dat onze stad jaarlijks 12000 inwoners ziet weg trekken, welk cijfer ruimschoots vergoed wordt door 14000 nieuwe bewoners, zoodat het een waar probleem blijft of er in de residentie nog veel echte Hagenaars aanwezig zijn. Dat „va et vient”, dat onafgebroken ver huizen nam bijna ongelooflijk toe sedert sporen en booten het verplaatsen zoo gemaklijk maken, maar er staat tegenover dat de nieuwe menschen zich spoedig acclima- teeren en binnen korte jaren zijn ze in beweging en opvatting bijna zuivere Hagenaars geworden; daarbij komt dat vele ambtenaren, nog meer militairen, dadelijk in den gewonen sleur worden meêgevoerd en hunne gezinnen volgaarne meedoen, want het leven in ons „dorp der dorpen” is zoo onaangenaam niet. Er wordt vrij veel gewerkt op de rijksbureaux al twijfelen velen daaraan, omdat sommige landsdienaren eerst na tien ure naar hun kantoor slenteren deze brengen den geheelen toestand in discrediet en ’t is dus wel jammer dat de hoofden öf te weinig takt, öf te weinig tijd, öf te weinig steun kunnen vinden om den arbeid gelijkmatiger te verdeelen. Daar de bezoldiging der lagere beambten schriklijk schraal is, vinden de meeste gehuwden het geraden er Js avonds iets bij te verdienenvele zwoegen werkelijk om er te komen. Dat „om er te komen” moet men in Haagschen zin opvatten, het wil zeggen net voor den dag komen, lid te zijn van Tent

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 68