DE PROTESTANTSCHE GEMEENTEN, ENZ.
71
want het stichten van de wijkgebouwen en de arbeid
die in die gebouwen geschiedt, van daar uitgaat en zich
daaromheen groepeert, verdient al onze aandacht. Het
is eene nieuwe methode van werken, die voornamelijk
in de laatste helft dezer eeuw aan het woord gekomen is.
Het zal nu niet veel minder dan dertig jaar geleden
zijn dat de heer Mr. G. Groen van Prinsterer aan zijne
echtgenoote op haren verjaardag een cadeau gaf, waarvan
menigeen vreemd zou hebben opgekeken. Hij over
handigde haar nl. de eigendomsbewijzen van een paar
huizen in de Bagijnestraat. Nu is de Bagijnestraat
geen chique buurt; het is er zelfs zeer onfatsoenlijk; en
in de huizen door den Heer Groen van Prinsterer gekocht
ging het al even onbehoorlijk toe als in die heele buurt.
Juist daarom waren die woningen aangekocht. Er zou
een evangelisatie-gebouw, een wijkgebouw gesticht worden
en in overleg met den toenmaligen wijkpredikant van die
buurt Dr. J. A. Gerth van Wijk, geschiedde dit ook.
Onder zijn toezicht arbeidde de heer Eger als wijk-
evangelist; de vereeniging „opstanding en leven” kwam
tot standgeregeld iedere week werden er ééns, soms
meermalen, Bijbellezingen, evangelisatie-samenkomsten
gehouden; en de vereeniging arbeidde met veel ijveren
volharding. Men heeft wel eens de bedenking geopperd
dat de buurt aldaar voor dit soort van arbeid niet geschikt
isdat de draaiorgels en de dansmuziek de rust en de
stilte, voor dergelijke samenkomsten zoo noodig, onmogelijk
maken, dat het misschien doeltreffender geweest ware om
dicht bij die buurt dan juist daar midden in zulk een lokaal
te stichtenen dat het verkeerd gezien was om in de
Bagijnestraat een zondagschool en een naaischool op te
richten. Wellicht zijn die bedenkingen niet ongegrond.
Maar dit treft het beginsel niet. Het beginsel was „wanneer
de menschen niet naar de kerk komen, dan zal de kerk