DE PROTESTANTSCHE GEMEENTEN, ENZ. 75 eeuw, mannen geweest zijn wier namen met groote eere genoemd worden. Aan het begin dezer eeuw heerschte de deftige supra- naturalistische richting. Het rationalisme van de achttiende eeuw had wel zijne werking gedaan, maar het had hier in het begin dezer eeuw vrijwel afgedaan. De predikanten waren grootendeels eene gematigde supranaturalistische richting toegedaanmen erkende het bovennatuurlijke eerlijk, maar men verklaarde het rationeel. De preeken bevatten over het algemeen meer moraal dan dogmatiek. De voornaamste man in dien tijd was Ds. Isaak Johannes Dermout, op 27 jarigen leeftijd, in 1804, alhier beroepen, en werkzaam tot 1 Juli 1848. Hij was „de groote Dermout”, vriend en hofprediker van Koning Willem I, en vooral door zijne betrekking als secretaris der Synode jareri lang een man van grooten invloed. Hij had in de kerk de veldheerstaf in handen, maar, zooals prof, van Ooster- zee in zijn levensbericht het uitdrukt, „die veldheerstaf was met bloemen omkranst”; het viel niet moeilijk zijne meerderheid te erkennenen hij had in bizondere mate de gave om de menschen te winnen, zonder zich zelven meer dan noodig te geven. De „afgescheidenen” zijn langen tijd niet goed op Dermout te spreken geweest; de min of meer doctrinaire maatregelen, door de synode tegen hen genomen, zijn daarvan zeker de oorzaak geweest, maar „het ontbreekt niet aan grond om te stellen dat meer dan één synodale maatregel, die later het luidst over Hiërarchie heeft doen klagen, minder op rekening van Dermout dan van kerkbeheerders als Donker Curtius, Janssen en anderen geschreven moet worden” (v. Oosterzee). Het was voor de heeren die op het kussen zaten, en met de heerschappij van het theo- logisch-kerkelijk liberalisme inderdaad het welzijn van de kerk en het vaderland bedoelden, ook wezenlijk hard

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 88