76 DE PROTESTANTSCHE GEMEENTEN, ENZ. die spelbrekende Calvinisten te dulden. Alles ging nu zoo goed; en iedereen kon tevreden zijnwaarom waren die „afgescheidenen” dat dan ook maar niet! Intusschen, de strengere richting had hier in onze kerk ook haar woordvoerder in Ds. Dirk Molenaar, in de wandeling meer teekenachtig dan eerbiedig, Dikke Dirk genoemd een man die hier van 1822 tot 1861 gearbeid en steeds het volle vertrouwen van de rechtzinnige partij genoten heeft. In de jaren tusschen 1830 en 1855 treffen wij hier de namen aan van mannen als Moll, Ruitenschild (als hofprediker, opvolger van Ds. Dermout) Timmers Verhoeven, Huydecoper (1838—1865), Jas, Oort, van Koetsveld, Bennink Janssonius; en wie de beteekenis dier namen op kerkelijk gebied kent, zal toestemmen dat er in die dagen voor de Haagsche Gemeente goed gezorgd was. Het was een andere tijd dan de tegenwoordige. De Gemeente was veel kerkscher; de middagbeurten waren méér dan „goed bezet” en des avonds zaten de regeerings- banken vol met „heeren.” Hoe anders dan tegenwoordig velen in die dagen hun kerkgang beschouwden bleek mij uit een treffend staaltje, mij medegedeeld door een man die wel een halve eeuw en langer, geregeld drie maal ’s Zondags ter kerke ging. Van Ds. Timmers Verhoeven was bekend, of werd met stelligheid verzekerd, dat zijn repertoire uit dertig preeken bestond. In de wandeling heett’e hij dan ook „de man van de dertig preeken” en zijn trouwe volgelingen wisten vrij zeker wat er eiken Zondag komen zou. Verliep daarom zijn gehoor? In geenen deele. Die „stukken” waren zóó „mooi”, en werden „zoo meesterlijk voorgedragen”, dat men er altijd weer met genot naar luisterdeStel U dat eens in onze dagen vóór. De vredige vrede in de Gemeente werd gestoord toen in het jaar 1854 de heer Johannes Cornelis Zaalberg Pz.,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 89