DE PROTESTANTSCHE GEMEENTEN, ENZ.
79
klein gehoor; en toen deze in 1884 overleed werd de
vacature niet in denzelfden geest vervuld. Sints dien tijd
vergaderen de modernen, in de zaal van de Loge op de
Fluweelen Burgwal, terwijl velen tot de Remonstrantsche
Gemeente en sommigen tot de Doopsgezinde zijn over
gegaan.
Wij noemden reeds met ingenomenheid den naam van
van Koetsveld; den eigenaardigen, talentvollen, knappen,
psychologischen prediker, degelijk geleerde, gewaardeerd
schrijver, practisch philantroop. Ds. van Koetsveld is
de stichter van de Idiotenschool alhier; en men moet
hooren hoe hij daar was hij was er in zijne kracht. Als
hofprediker volgde hij Dr. Ruitenschild op; bediende den
H. Doop aan onze jonge Koningin den 12 Oct. 1880;
en sprak bij de plechtige ter aarde bestelling van vijf
oranjevorsten. Zijne kernachtige toespraken bij die ge
legenheid zijn ons in één bundel bewaard. Krachtig zijn
zij en sober; getuigende van eerbiedige liefde tot de
ontslapenen, en gespeend aan vleierij.
In de plaats van Ds. Molenaar werd den nden April
1861 beroepen Ds. J. H. Gunning, eene figuur in de
vaderlandsche predikantenwereld; maar die, als (gelukkig!)
nog behoorende tot de levenden, hier niet nader wordt
genoemd. Alleen zij vermeld dat hij en Ds. Lamers beiden
de Haagsche Gemeente verlieten om als professoren
werkzaam te zijn; de laatste te Groningen en te Utrecht
de eerste te Amsterdam en te Leiden.
Met het optreden der kiescolleges omstreeks 1865
werden hier uitsluitend predikanten van rechtzinnige
richting beroepen; van onderscheidene nuances, maar
toch allen van „de rechterzijde”. Dit is van moderne
zijde wel een bewijs van „groote onverdraagzaamheid”
genoemd; waarbij dan echter uit het oog wordt verloren dat
het stellig ook een bewijs van „moderne onverschilligheid”