82 DE PROTESTANTSCHE GEMEENTEN, ENZ. Schaart U om den goeden Herder! Gij zijn schapen, hoort zijn stem. streng, maar hij was het eerst en meest voor zich zelf. In zijn herderlijken omgang spaarde hij niemand; ook de hoogsten niet; en men zegt dat dit de reden is ge weest dat hij niet tot hofprediker benoemd is. Want daar was ernstig sprake van geweest; Koning Willem II hield veel van hem, maar Ds. Huijdecoper had zich eens onaangenaam gemaakt. Men moet dan weten dat Z. M. een weinig bijgeloovig was. Nu was hem eens voorspeld dat hij in een volksoploop om het leven gebracht zou wordendaarom vermeed hij zeer druk bezochte plaatsen. Om die reden wenschte Z. M. op zekeren Oude jaarsavond na 1840 dat Ds. Huydecoper voor hem zou preeken in de Gothische zaal, dan behoefde de Koning niet naar de kerk. Maar Ds. Huydecoper wilde dit niet doende Koning moest maar gerust met de gemeente opgaan, zoo liet hij antwoordende Koning moest maar niet bijgeloovig zijn. Toen in ’48 de vacature voor hof prediker kwam, is dit vooral de oorzaak geweest dat de wijkpredikant van het Noord-Einde benoemd is tot hofpre diker. Die wijkpredikant was Gerrit Ruitenschild, Theol. Dr. Petrus Jas, van 18451866, was een „echte protestant"”, zooals zij die hem gekend hebben verzekeren. Ik denk dat hij dapper heeft meegedaan in 1853. Dr. Roelof Bennink Janssonius van 18501872 predikant alhier, was als prediker niet bizonder gezocht, maar een goed dichter. Hij raakte vol vuur wanneer hij een gedicht reciteerde dan schoten de oogen vonkendan was hij een ander man. Niet minder dan 23 gezangen uit onzen Vervolg bundel zijn van Bennink Janssonius. O.a. het geliefde lied (Gez. 220.)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 95