DE HAAGSCHE TYPEN IN DE I9E EEUW. 99 zelf, dat ik het oog heb op den Secretaris-Generaal af, dan heb ik nog al wat speling. Referendaris van Oorlog en Financiën in; de eerste bewoont gemiddeld getal van tien der laatsten te vinden; zoo gij ’t kunt, wil ik tot mijne straf een’ zedelijken zelfmoord begaan, door geen enkele type meer te schrijven, zelfs die niet van den typeschrijver. Het spreekt echter van de geheele bureaukratie, van tot den boute-feu toe, en Ik woon hier tusschen een een adjunct-kommies van een huis met twee schuiframen en Chineesche horretjes, de tweede een bovenhuis, dat iseene kamer en een alkoof, zonder Chineesche horretjes. Over mij woont een bode van Zuid-Holland en achter mij een klerk van Koloniën; deze laat ik in hun waarde. Mijn getrouwe lezer en ik gaan nu zamen eene visite maken bij den Adjunkt-Kommies van Financiën, want ik heb niets te doen, en de Referendaris, dien ik anders prefereeren zou, is met zijne vrouw, een nichtje en een logeetje uit toeren in een kiereboe. Avant-tout dien ik er U van te preveniëeren, dat mijn Adjunkt-Kommies gehuwd en op den krachtvollen ouderdom van negen-en-dertig jaren reeds met een bloeijend en groeijend kroost, dat negen leden telt, gezegend is. Over het algemeen toch, zijn de bureaukraten een philogamistisch volk en is een jaarlijksch traktement van zeven honderd guldens hun een vrijkaartje voor den tempel van Hymen waar zij het a prioristische twee zielen worden één (een paradox!) binnen acht jaren door het ontegen sprekelijke twee zielen werden tien totaal beschaamd maken”. Dan doet de schrijver twee vragen, die men ieder ander dan den bewerker van een dergelijk belangrijk onderwerp euvel zou kunnen duiden, als te onbescheiden, nl wie is de Adjunkt? en wat doet de Adjunkt?

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 110