DE HAAGSCHE TYPEN IN DE I9E EEUW. Ill of genen ouden dienstknecht zijn ontzaggelijk groot ver mogen geheel té kunnen vermaken. Een tweede type is de christelijke man, met zijn hondjen of een zak koekjens in den arm, met witte das en met stijlen hoed van 1865, achter in den nek, dien ge bij alle politieke verkiezingen den „broederen” kunt zien aan voeren ter vervulling hunner „christelijke burgerplicht.’’ Maar deze zondaar is geen gierigaard; o Hemel neen, waarom zou hij aan ’t slijk der aarde, het nietige geld gehecht zijn? Immers met al het goud der aarde zal het Koninkrijk der Hemelen niet zijn te beërven, zoolang hij niet berouwvol zal hebben bekend steeds te hebben ge dwaald. En dan dan zal hij ook zonder goud „tot den Heere ingaan” en biddend trachten zijnen Schepper wel gevallig te zijn. Inmiddels bezigt hij zijn geld de weinige duizenden, die hij zich door den arbeid „in’t zweet zijns aanschijns” heeft vergaêrd om hulpbehoevenden te ondersteunen. Gaat tot hem, arme, gedrukte man en zeg hem, dat ge met weinige honderden guldens zijt gered hij zal u helpen en u het begeerde geld, bijna renteloos (voor slechts 12 a 14 pct. in drie maanden want hij moet toch leven) ter hand stellen. Aanziet dezen uwen broeder in den Heer, hoe hij tracht de smarte zijns medemenschen te lenigen; deze is niet gelijk gij, hij betracht het woord van de Schrift: doe wel en zie niet om of ook het: hebt uw naasten lief gelijk u zelven en Gode bovenal. Ik loof gaarne een premie uit aan den man, die een meer gelijkend beeld van dezen farizeeër levert, opdat ik ’t met vergunning van ’t Edel Achtbaar bestuur, aan alle hoeken der straten, op pleinen en grachten en bruggen kunne laten aanplakken, tot waarschuwing der ligtgeloovigen. Mogt ge ooit het portret eens huichelaars aan de muren

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1905 | | pagina 122