n8
DE HAAGSCHE TYPEN IN DE igE EEUW.
van (jaribaldi, wordt ons
een gepensionneerd officier,
de Bourbon en zegt, zelfs in regten, niemand anders te
zijn dan de zoon van den Dauphin van Frankrijk.
Een ander portret, dat van Garibaldi, wordt
duidelijk voorgesteld door
die in onze stad woont.
Ik wil mijn reeks van typen besluiten met de aan
duiding van eenige ongelukkigen, die aller aandacht
trekken en tegelijkertijd elks medelijden evenzeer ver
dienen als opwekken, 't Is niet uit spotlust, maar om
der wille van de volledigheid, dat ik ook deze aan mijne
typen toevoeg.
Dagelijks passeert voorbij mijn venster een vrouw
of eigenlijk een jongejuffrouw die niet wel bij ’t hoofd
is en zeer goed zou kunnen figureeren als de gepersoni
fieerde nederigheid, daar zij „diep in ’t stof gebogen’’
met ’t hoofd zes palm, pardon I decimeter, van de straat
steenen verwijderd, langs den weg slijpt; in gelijke tempo’s
schuift zij, met den linkerarm op een kruk leunende, elke
drie seconden haar groote voeten een stap verder, blijft
aan de dertig seconden even zoolang staan en ziet met
verwezen blikken om zich heen, in onverstaanbare taal
eenige woorden prevelende. Die vrouw, ik behoef het
nauwelijks te zeggen, is een bedelaarster; des avonds
gaat zij dan ook, dag in dag uit, geregeld naar haar
woning, met een voorschoot vol brood en een zak vol
centen, ’t Zou mij niet verwonderen of, wanneer zij ’t
avond of morgen komt te sterven wat een geluk voor
haar zou zijn, zonder een ongeluk voor de maatschappij
laat zij nog een aardig sommetje na. Dergelijke voorbeelden
zijn meer gezien.
Een andere ongelukkige stumpert is de blinde koopman
in poetspoeder, enveloppen, papier, potlooden en andere
bureau-behoeften, die zichzelf, trots het gemis van het
gezigt, tracht te blijven onderhouden en zich, zonder